Revalidatiecentrum Accent werd gesticht op 17 september 1970 onder de naam “Centra revalidatie De Leie” en had zijn maatschappelijke zetel in de Spoorweglaan 29 te Kortrijk. Oorspronkelijk had het centrum als doel ‘De algehele sociale reclassering van de minder-validen, hulp verlenen en bevorderen van alle menslievende, wetenschappelijke, artistieke of pedagogische kontakten en activiteiten onder de mensen”. Behalve het oprichtingsbesluit werd geen enkel formulier uit die beginjaren teruggevonden en waren wij aangewezen op (schaarse) getuigenissen. Deze leerden ons dat het in die beginjaren eerder de bedoeling was om een beschutte werkplaats op te starten. De eerste jaren stelde de vzw dan ook mentaal gehandicapten te werk en lieten deze allerhande routinewerkjes verrichten.
Verder speurwerk in het Belgisch Staatsblad brengt ons naar 9 augustus 1985: daar kunnen we lezen dat er een naamsverandering optrad en dat de vzw voortaan ‘Revalidatiecentrum Pottelberg’ zou heten. Het centrum was toen immers gelegen op de Pottelberg 47 te Kortrijk. Op dat ogenblik werkte het centrum onder beheer van het toenmalige Rijksfonds voor Sociale Reclassering van Minder-validen. De hoofdactiviteit was gericht op mentaal gehandicapten. Dit zien we bevestigd in de gewijzigde doelstellingen die te lezen zijn in het Staatsblad: “ De vereniging heeft tot doel: de algehele revalidatie van de minder-validen, hulp verlenen en bevorderen van alle menslievende, wetenschappelijke, artistieke of pedagogische kontakten en activiteiten onder de mensen”. Over deze periode kunnen we al wat concreter zijn want enkele mensen werkten toen en nu nog in de instelling. Men beperkte zich tot het behandelen van mentaal gehandicapte kinderen uit één school, zijnde het toenmalige Rijksinstituut voor Bijzonder Technisch Onderwijs te Marke. De periode onder het ‘Rijksfonds’ wordt niet bepaald rooskleurig voorgesteld: weinig leiding, wazige wetgeving, laattijdige en gebrekkige uitbetaling, weinig werkingsmiddelen, …
Op 1 januari 1992 komt voor alle centra echter een enorme verandering. Na lange onderhandelingen wordt het Rijksfonds opgedoekt en komen de centra onder het beheer van het Rijksinstituut voor Ziekte- en invaliditeitsverzekering. Voorwaar een ganse kentering: van het Rijksfonds dat weinig eisen stelde maar ook weinig teruggaf naar het RIZIV dat via zijn conventies met zeer gedetailleerde en zeer technische wetgevingen werkt. Dit verschil werd echter gecompenseerd door het feit dat het RIZIV niet enkel veel verplichtingen oplegde maar ook (voor het eerst in hun bestaan) de werknemers een waardig loon verzekerde en de instellingen correcte betalingsmechanismen aanbood. De stap naar echte professionalisering was eindelijk gezet !!
Het toeval wilde dat kort voor de overgang naar het RIZIV verschillende personeelsleden hun werk stopzetten omwille van pensioenleeftijd, ziekte, of andere redenen. In één jaar tijd kreeg het centrum een volledig nieuw kader: een nieuwe directie, een nieuwe sociaal assistente en een nieuwe psychologe zorgden voor een nieuwe wind en konden ‘de oudgedienden van het Rijksfonds’ meenemen in een nieuw elan.
Het was ook in die periode dat het klantenbestand volledig werd veranderd. Er werden nog enkel kinderen uit het gewoon onderwijs behandeld. Het feit dat er in het buitengewoon onderwijs reeds veel omkadering bestaat terwijl dit in het gewoon onderwijs sterk ontoereikend was, lag aan de basis van deze beslissing. Dit bleek goed aan te slaan.
De veranderingen werden ten slotte bekroond en veruitwendigd toen op 1 januari 2000 het centrum verhuisde naar een nieuwe locatie te Heule-Kortrijk die vanaf toen door het leven ging als ‘Revalidatiecentrum Accent vzw”. Het gebouw was drie keer zo groot en voldeed aan alle normen om kwalitatieve service te bieden aan de klanten.
In 2010 werd door het RIZIV een initiatief genomen in het kader van de zogenaamde reconversie van de NOK-PSY-revalidatiecentra. Het doel van die reconversie was dat de NOK-PSY-revalidatiecentra zich geleidelijk aan meer en meer gingen richten op medisch prioritaire doelgroepen en minder op taal- en leerstoornissen. Om dit proces van reconversie te bevorderen, werden de vroegere doelgroepen “taal- en leerstoornissen” vervangen door een nieuwe groep (groep 4: complexe ontwikkelingsstoornissen) die strikter werd omschreven. Tevens moesten de centra het aandeel van de patiënten van de nieuwe groep 4 geleidelijk verminderen tot 30%. Deze maatregel betekende voor ons een enorme opdracht: in praktijk moesten wij onze groep ’taal- en leerstoornissen’ van 78 % doen dalen naar 30 % én ondertussen nieuwe doelgroepen zien te vinden! Een enorme opdracht maar ook deze opdracht werd tot een goed einde gebracht! Tegen 2014 was het aandeel taal- en leerstoornissen gedaald tot amper 15% en werd sterk gespecialiseerde hulp aangeboden voor kinderen met autisme spectrumstoornissen of ADHD. Deze sterk gespecialiseerde hulpverlening is op vandaag nog aanwezig en sterk geapprecieerd binnen de regio.
Vanaf 1 juli 2014 was niet langer de Federale Overheid maar Vlaanderen bevoegd voor het beleid van de Vlaamse Centra, dit via het Agentschap Zorg en Gezondheid. Er werden overgangsprotocollen afgesproken tussen de federale overheid en de gemeenschappen, waarin werd bepaald dat het RIZIV voor de CAR de dossiers volgens de huidige procedure bleef behandelen tot 31 december 2018.
Vanaf 1 januari 2019 neemt Vlaanderen via het Agentschap Zorg het volledig beheer van de centra over. De regelgeving en de manier van werken blijft op korte termijn grotendeels dezelfde als bij het RIZIV. Niettemin is het de ambitie van Vlaanderen om te werken aan een wetgeving die meer afgestemd is op noden van de centra én de patiënten. We hopen dat dit waar mag worden ! ! !
U merkt het: centra hebben steeds gewerkt
in heel sterk zich wijzigende omstandigheden!
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.